Op de eerste regenachtige dag in lange tijd (jippie!) komen HPP-leden en nieuwsgierigen uit het hele land samen in de Stoethoeve in Soest voor het HPP-jaarevenement. Terwijl de wind om de sfeervolle schuur waait, worden we binnen verrast door de verhalen van drie sprekers, die ons meenemen in hun zoektocht rond de vraag: idealen en praktijk, hoe verenig je ze?
door Doortje ‘t Hart

“Ik kon niets maken, behalve een Powerpoint”
Klarien Klingen studeerde tropische landbouw; ze wilde de wereld helpen. Maar wie was zij om als witte in de tropen te vertellen hoe het anders moest? En wat kon zij nou ‘maken’, behalve een PowerPoint?
Klariens zoektocht naar haar unieke bijdrage leidde uiteindelijk, 7 jaar geleden, tot het opzetten van tuinderij De Wilde Peen in Ede, die ze runt met haar compagnon Maria. Die tuin heeft 150 leden, die wekelijks zelf komen oogsten en samen met Klarien en Maria de financiële risico’s dragen (in vaktaal is dit Community Shared Agriculture, CSA). Dat zelf oogsten levert niet alleen betrokkenheid op van de leden, maar bespaart Klarien en Maria ook veel werk (oogsten, wassen, inpakken, bezorgen) wat ervoor zorgt dat het voor hen ‘te doen is’. Op de boerderij werken ze met solidaire betaling, wat wil zeggen dat mensen die het zich kunnen veroorloven meer betalen, zodat anderen die het eigenlijk niet kunnen betalen ook mee kunnen doen.
Klarien is ook mede-oprichter van Toekomstboeren, een netwerk van boeren die op een agro-ecologische manier werken. Opgericht om met elkaar te duiden waarom ze doen wat ze doen. Ze spreken over wat hen bezighoudt, zoals de weerstand die Klarien ervaart uit de buurt. Naast bijeenkomsten organiseren, uitwisseling faciliteren en publicaties verzorgen, lobbyt Toekomstboeren ook voor systeemverandering, waarbij ze nooit negatief praten over gangbare boeren, maar wel over de industrie waarin zij gevangen zitten.

Voordat Klarien haar verhaal verder vertelt, neemt ze ons mee in een kleine visualisatie-oefening. We doen onze ogen dicht en gaan terug naar een groene plek waar we vroeger graag waren. We zien voor ons hoe dat eruit zag, wat we voelden. Bij mij is dat een kleine boerderij in Drenthe, waar ik speelde in de wei en hielp met koeien melken.
Dan komt de vraag: als je de macht en middelen had om alles te veranderen, wat zou je dan veranderen? Een paar quotes uit het gesprek dat volgt:
‘Ik kreeg het inzicht dat ik niets wil veranderen, maar dat als ik mezelf verander dan verander ik ook iets aan de wereld.’
‘Ik ben opgegroeid in het buitengebied, maar daar zie je nu agrarisch industrieterrein. Ik wil dat graag veranderen in groen, biodivers.’

Na een turbulente reis landen in een ecodorp
Dieuwke Reuvers neemt ons op een bevlogen manier mee op haar reis door de wereld, van Canada naar Parijs, van Rome naar Marokko, van Amsterdam naar London. Dieuwke werkte op al die plekken in grotere en kleinere hotels. Na het zien van de film The Inconvenient Truth was ze vastbesloten om in de hotels een stuk duurzaamheid in de bedrijfsvoering in te bouwen. Ze zorgde voor waterbesparing, afvalvermindering en nog veel meer, maar haar poging tot een eerlijke betaling voor kamermeisjes strandde. Het ‘oude systeem’ was er nog niet klaar voor en Dieuwke vertrok. In het Olympisch dorp in London in 2012 kon ze WEL veel bereiken. Het dorp werd niet gebouwd voor eenmalig gebruik, maar met het zicht op het toekomstige gebruik.
Dieuwke’s verhaal gaat over veel kortstondige dienstverbanden. Telkens weer teruggaan naar de vraag ‘is DIT wat IK NU te doen heb?’. Ze laat ons het filmpje The Story of Solutions zien, wat je absoluut moet bekijken, omdat het zo goed uitlegt wat het verschil is tussen de ‘oude’ economie, waarin het streven naar MEER voorop staat en de ‘nieuwe’ economie, waarin het niet gaat om meer maar om BETER.
Tegenwoordig woont Dieuwke in Ecodorp de Vlierhof, net over de grens bij Millingen en zet ze zich als ‘regeneration facilitator’ in om zoveel mogelijk mensen te inspireren hun unieke bijdrage in de nieuwe economie te leveren.

Gepensioneerd in de versnelling
Jelleke de Nooij van Tol neemt ons in vogelvlucht mee door de onderstroom van de tijd waarin we nu zitten: de Tussentijd, ook wel Transition Twenties of Liminale tijdperk genoemd. Het is deze tijd, tussen het antropoceen en het symbioceen, waarin de transitie moet gebeuren. En al gebeurt: in alle sectoren zijn mensen al bezig met die nieuwe samenleving. In haar boek ‘Voorlevers van de nieuwe samenleving’, waar binnenkort een nieuwe , verbeterde en aangevulde versie van verschijnt, staan honderden initiatieven genoemd van mensen die al bezig zijn. Mensen die pionieren met regeneratief voedsel verbouwen, met andere vormen van beloning, andere vormen van bestuur, waarin de natuur ook een stem krijgt, etc.
Jelleke laat ons zien dat in deze tijd naast pioniers nog vele andere rollen nodig zijn, zoals visionairs, first followers, bouwers, verbinders, structuurbrengers, vertellers, fools (die onderbouwd de ‘oude’ samenleving aan de kaak stellen) en versnellers. Op de grond komen grote vellen met de namen van die rollen. We krijgen de opdracht te gaan staan bij de rol waar we ons het meest thuis bij voelen. Meerdere mensen hebben keuzestress, want ze herkennen zich in meerdere rollen. Ik beland na wat heen en weer lopen op het vel ‘versnellers/katalysators’, samen met Jelleke en Marcel. Ik vind de term versneller lastig, kan me meer vinden in de rol van katalysator. Iemand die zorgt dat processen slimmer, makkelijker en ja, sneller gaan. En daarbij heb ik al die andere rollen natuurlijk ook nodig!
In het nagesprek gaat het o.a. over de keuzestress die de meerderheid van de mensen in Nederland ervaart: want waar begin je als je wilt bijdragen? En we hebben het over de andere woorden, de andere taal, die we nodig hebben om die nieuwe samenleving vorm te geven. Opgeslorpt door de boeiende discussie vergeet ik verder aantekeningen te maken. Maar bovenstaande geeft hopelijk voldoende inkijk in deze middag die voor mij bevestigde hoe waardevol ons netwerk is.
Kiezen tussen friet en poke bowl
Geïnspireerd en enigszins verbaasd dat ik helemaal de tijd vergeten ben, beland ik 1 minuut na het vertrek van mijn trein op het station. Na een heel volle week met korte nachten merk ik in de wachtkamer hoe moe ik ben. Dom genoeg heb ik niets te eten bij me en mijn reis duurt nog te lang om tot thuis te wachten. Ik moet iets eten. Tegen mijn principes loop ik op station Apeldoorn richting de friettent, maar daar blijkt een poke bowl tent naast te zitten. Ter plekke worden voor mij worteltjes en komkommer geraspt en even later zit ik in de trein een heerlijk maaltje op te eten. Mijn idealen moesten even plaats maken voor de praktijk…
Bijlage van Jelleke: Aanhaakmogelijkheden in de transitie