‘Het persoonlijke vind ik heel belangrijk’
Bosch, Google, Warner Bros Discovery, Theater Rotterdam, Universiteit Leiden; Ine Armour Brown werkt voor grote namen in binnen- en buitenland. Haar belangrijkste dienst is kwalitatief marktonderzoek in het Engels en Nederlands. Daarnaast runt ze haar gezin en doet allerlei vrijwilligerswerk, onder meer voor de evenementen van HPP.
Ine interviewde duizenden mensen, maar gaf zelf nog nooit een interview. Tot vandaag.
door Jurjen de Jong
Al in de eerste seconden van het gesprek valt iets op: haar stem. Duidelijk, sfeervol en uitnodigend. Tamelijk ideaal voor het werk dat ze doet. Immers: ‘Bij marktonderzoek denken mensen vaak aan cijfers. Die zijn ook heel belangrijk, maar ik blijf daar ver vandaan. Voor kwalitatief onderzoek ga je het gesprek met mensen aan. Ik heb inmiddels duizenden mensen geïnterviewd.’
Ah, jij ook? Dan kunnen we elkaar de hand geven. Maar bij interviews denken mensen vaak aan journalistiek en jouw interviews zijn vast anders.
‘Ze gaan bijna altijd over hoe mensen keuzes maken en hoe ze voorkeuren ergens voor ontwikkelen. Bijvoorbeeld voor een bepaald merk, of voor een communicatiekanaal. Het gaat over beslisprocessen.
Ook anders: in veel gevallen help ik de klant om meer van iets te verkopen, of zichzelf beter te positioneren.
Bovendien verschijnen de antwoorden in een zakelijk rapport dat vooral neutraal moet doorgeven wat mensen zeiden en wat ik denk dat dit betekent voor de klant. Ik heb dat ooit in een creatieve bui heel anders aangeleverd. Dat vonden ze leuk, maar ze wilden wel alsnog ook zo’n rapport.’
Maakt het je uit wie de klant is?
‘Zeker! Ik werk niet voor bepaalde sectoren, zoals de tabaksindustrie. Wel veel voor het bedrijfsleven, maar ook voor culturele- en onderwijsinstellingen. Theater Rotterdam is ook een merk, wil ook omzet. Maar het liefst werk ik voor klanten die bezig zijn met verduurzamen. Daar hoop ik iets aan te kunnen bijdragen.’
Op je website zie ik dat niet terug.
‘Dat is een bewuste keuze. Mijn klanten zitten niet te wachten op een groene interviewer. Die willen een objectieve interviewer die een betrouwbaar rapport kan schrijven. Daarbij moet ik voor multinationals regelmatig de Nederlandse cultuur uitleggen. Vanuit mijn beperkte positie binnen dit grote kader probeer ik mijn groene invloed uit te oefenen. Maar dat is dus achter de schermen. En mijn invloed zal klein zijn. Maar ik probeer het wel.’
Wat merk je tijdens interviews die expliciet over duurzaamheid gaan?
‘Helaas vooral hoeveel excuses en barrières mensen hebben. En hoe iedereen naar elkaar blijft wijzen.’
Kun je een voorbeeld geven?
‘Ik heb een keer monteurs geïnterviewd die warmtepompen installeren. De opdracht was om uit te vinden hoe zij tegenover duurzaamheid staan. En daar zat iemand tussen die complottheorieën aanhangt. Hij ging mij haarfijn uitleggen “hoe het echt zit”. Klimaatverandering was voor hem “een geloof”, en zeker niet het zijne. Ik moest het hele interview op mijn tong bijten om niet mijn mening te geven. Vooral toen bleek dat hij goed aan deze (volgens hem “nutteloze”) verduurzaming verdiende.’
Denk je dat hij iets doorhad?
‘Na afloop bedankte hij me zeer; hij had nog zelden meegemaakt dat iemand zo rustig naar hem luisterde.’
Kan het ook interessant zijn om te horen hoe de denklijn van een complotdenker loopt?
‘Ja, het is inderdaad ook heel intrigerend. Je gaat begrijpen waar hun ideeën vandaan komen. Ze benoemen zaken die niet kloppen in de maatschappij. En daarin hebben ze soms absoluut een punt. Zoals “er wordt veel gegreenwasht”, of “de regering is niet helemaal puur en eerlijk bezig”.
Van Doortje ’t Hart’ (HPP-lid, red.) ‘heb ik geleerd: het is altijd goed om terug te gaan naar wat je allebei motiveert, of waar je allebei bang voor bent. En van daaruit het gesprek aan te gaan. Maar dat is heel moeilijk. Tenminste, ik ben daar geen held in.’
Jij communiceert veel in het Engels, een taal met heel eigen ‘codes’ rond nuances en subtiliteiten.
‘Ja, daar moet ik alert op zijn. Maar goed, ik heb Engels en Frans gestudeerd en in Engeland en Frankrijk gewoond. Ben vervolgens ook getrouwd met een Brit. Dat helpt natuurlijk.’
Over je privéleven deel je online bijna niets.
‘Klopt. Ik houd niet van een grote digitale voetafdruk. Ik voel op dit punt wel wantrouwen; hoe gaan mijn portret en content gebruikt worden door anderen?
En voor potentiële klanten heb ik het niet nodig. Ook niet voor andere activiteiten waar ik mee bezig ben.’
Wat voor andere activiteiten?
‘Voor de stichting Alzheimer ben ik coördinator in mijn dorp. Voor de Voedselbank breng ik eten naar een vrouw die het zelf niet kan ophalen. In de buurtvereniging probeer ik de buurt wat hechter te maken. Dat is allemaal dankbaar werk. Voor mij is het persoonlijke heel belangrijk.’
Dat zien we dus terug in je werk en daarbuiten.
‘Ja, maar het gaat om heel andere groepen. Voor de onderzoeken worden mensen geselecteerd. Ik interview nooit mensen zonder geld. Alleen door vrijwilligerswerk ontmoet ik mensen in armoede, bijvoorbeeld door gokken of een nare scheiding.’
Je bent ook anderhalf jaar actief in het organiseren van HPP-evenementen.
‘Ja, met vier vrouw sterk. Dit sprak me meteen aan. Je begint met iets bedenken en uiteindelijk vindt het plaats. Dan zie je ook hoe mensen reageren, wat ze er van vinden. Het is heel tastbaar.’
Hoeveel tijd kost het?
‘We hebben eens per twee maanden een uurtje overleg. Je kiest zelf wanneer je een wat grotere of kleinere rol pakt. Al met al ben ik er gemiddeld een uur per maand mee bezig, maximaal. Het zijn ook maar drie evenementen per jaar.’
Hoe kwam je eigenlijk bij HPP?
‘Via Anke Bergmans. Wij werkten ooit bij Blauw Research. Zij nodigde me uit voor een HPP-bijeenkomst, nu zo’n vijf jaar geleden. Wat me direct aansprak, is dat er mensen komen met heel verschillende achtergronden, maar wel allemaal met een zelfde missiegevoel: ook via ons werk iets kunnen bijdragen aan het klimaat. Ik vind het fijn om mensen te spreken die hier al verder in zijn, of net als ik, ermee worstelen.’
Nadere info
Ine Armour Brown – Armour Brown
Jurjen de Jong – Real Stories Real Impact